de keizer
Op een prentbriefkaart met poststempel 9.6.1911 zien we een van onze gemeentelijke monumenten, zoals het eruit zag honderdtien jaar geleden. De foto werd gemaakt deer E & B [Emrik & Binger. Haarlem).
Met een goede bril lezen we op de daklijst van dit pand: Hotel de Keizer.
Een andere prent van deze fotograaf met poststempel 2.2.1909. maakt duidelijk dat De Keizer al twee jaar eerder deer hem vereeuwigd is. waarschijnlijk heeft hij in dit hotel gelogeerd, toen hij met zijn camera een rondje deed door Bergeijk.
Veel mensen van enkele generaties zijn in dit pand ever de drempel gestapt toen het in gebruik was als dokterswoning en -praktijk. Van 1940 tot 1923 door dokter J. Spoorenberg en vanaf 1973 tot en met 2004 door zijn opvolger Paul Niers.
De oorspronkelijke bestemming was bedoeld als hotel. Het werd in 1829 gebouwd deer Jan Lommelaars en het was gedoopt met de naam De Zwaan, wat paste bij sjieke hotels in plaatsen van enige betekenis. Van meester Panken weten we dat hier op donderdagavond de repetitie plaatsvond van de eerste Bergeijkse harmonie (1845-1863) onder leiding van zijn beide halfbroers Frans en Antoon Fleerakkters. Ook van onze meester weten we dat de naam De Zwaan gewijzigd werd in De Keizer, waarschijnlijk na een verbouwing in 1878.
Die naam heeft Lommelaars overgenomen van het voornaamste hotel met die naam dat in 1899 moest plaatsmaken voor de gebouwen van de zusters Ursulinen. Het ‘logement’ bevond zich aan de oorspronkelijke Bergeijkse markt. Panken schrijft in zijn Geschiedenis van Bergeijk manuscript): "In de oostelijke gevel werd het jaartal 1714 aangetroffen“ en 'Boven de deur in de voorgevel hing tot 1832 het uithangbord *De keizer van Oostenrijk. Maar al eerder, in 1815 werd het logement - met brouwerij - eigendom van dokter G.M. Raupp, Uiteindelijk verkocht hij het in 1859 aan het kerkbestuur en werd het in 1880 ingericht ais klooster voor de zusters.
Om plaats te maken voor nieuwe kloostergebouwen met scholen viel De Keizer in 1899 onder de slopershamer.
Het monument aan de Meester Pankenstraat 10 in werd dus in de volksmond de nieuwe Keizer. En zoals dit hotel de thuisbasis was voor repetities van de eerste Bergeljkse harmonie, en het gewend raakte aan muziek, zien we dat ook het R.K. Kerkkoor van 't Hof zich later in gala liet portretteren tegen de achtergevel van De Keizer. Dat gebeurde bij gelegenheid van het gouden priesterfeest van pastoor Ant. W. Van Asten in 1913.
De Keizer 2018
Bekijken we het monument zoals het was en zoals het is. dan zien we opmerkelijke veranderingen. Het rapport 'Cultuurhistorische inventarisatie provincie Hoord·Brabant · Bergeyk’ anno 1983, geeft slechts een summiere omschrijving: Tweelaags huis 'De Keizer’ [2e helft 19e eeuw]. Zadeldak.
Na 1950 sterk gewijzigd. Aanbouw onder zadeldak. Tuin met diverse bomen.
Onder nummer 14 staat in het rapport een foto van het pand. De verbouwing door Dr. Spoorenberg heeft plaatsgevonden in 1951-1952.
Vergelijken we deze foto met de prentbriefkaart (1908) dan valt het meest op: het ontbreken van het middenraam op de verdieping. Ook de hoofdingang met het bovenlicht is gemoderniseerd. in de plaats van het middenraam is een soort ossenoograampje als versiering aangebracht.
De luiken aan weerszijden van de ramen aan voor­ en zijgevel ontbreken allemaal. De staldeuren, grenzend aan de vroegere brouwerij ‘De Adelaar’ zijn verdwenen. Wat van de oostelijke 'aanbouw' overeind bleef werd ingericht als dokterspraktijk. Over het interieur wordt in het rapport niets gezegd. Als ik van het exterieur zelf iets mag zeggen dan is het, dat er bij de oude prent meer harmonie in zat.

Een kleine bijzonderheid op de oude foto mag ik u niet onthouden. U ziet tussen de twee ramen links van de voordeur een voerbak staan. Die was bestemd om de paarden daaruit te voeren. terwijl de voerman binnen aan zijn borreltje zat. Op die plek ziet u in de muur op ongeveer een meter hoogte nog een smeedijzeren ring, waaraan het paard werd vastgebonden.
Toen het Gemeenschapwerk in 1958 een dorpskerststal bouwde bij de kiosk. werd die voerbak gebruikt als kribbe. Die kwam Kees Daris ‘Kees Schoen’ brengen. Hij had 'dat ding' in zijn boerderij aan het Eykereind nr. 1 bewaard.
Nadat hij enkele jaren in kerstsfeer gebruikt was. was de voerbak niet te redden omdat hij helemaal door de houtworm vermolmd was.
Als u nog beter kijkt. dan ziet u iets voorbij die voerbak nog een drinkbak. Paarden zullen ook wel eens dorst gehad hebben.
Op de prentbriefkaart Staat gedrukt: De Straat. Officieel heeft die weg nooit die naam gehad. Maar het was het enige weggeddeelte dat met keien en kinderkopjes verhard vvas, vanaf het punt dat nu Magneestraat/Mollenakkers heet tot aan het kapelletje aan Meester Pankenstraat/Eykereind. Dat gedeelte is bij de bevrijding door de Engelse tanks omgeploegd en pas later met asfalt en klinkers opnieuw verhard.
Als herinnering aan de dokterspraktijken van 1940 tot en met 20O4, ziet u rechts van de ingang naar de praktijk, in het ossenoog een kunstzinnig gesmede Esculaap, het bekende beeldmerk aan een mooi huis waar een geneesheer woont.
 
Johan Biemans
Eerder gepubliceerd in de Eyckelbergh van 9 mei 2018